Gisteren bezocht ik na jaren afwezigheid een oude bekende, final fantasy 14.

De aantrekkingskracht was direct groot. De ijver om te spelen, meer van het verhaal te weten te komen, game-mechanics te leren en op avontuur te gaan was immens. Dus vandaag maar een gamingdag ingepland. Het doel: level 25 bereiken. Vanmorgen was ik level 20, dus 5 levels te gaan.

De basis van een dagje gamen is simpel, kruip achter je PC en speel, speel, speel. Wat wel wat simpeler klinkt als het lijkt. Vroeg opstaan is zeker een voordeel in deze dingen. Toen ik de kinderen om 6:30 uur ging wekken had ik al 90 minuten achter de kiezen.

Dan de zorg voor de kinderen, ontbijt, naar school brengen, …. Op de terugweg naar huis nog even in de winkel stoppen voor de noodzakelijkheden. En uiteindelijk was het goed en wel 9:00 uur wanneer ik terug thuis was. Tweeënhalf uur niet gegamed, wat een tijdverlies op een gamedag. Maar de kinderen gaan natuurlijk voor. Verder ook steevast een pauze voor fruit,thee, strekken van de benen, wat klusjes in huis, …. Uiteindelijk is zo een gamingdag toch steeds onderbroken. Tien uur aan een stuk gamen zoals ‘de echte’ het doen, het is niet aan mij besteed.

Het spel zelf is alleszins geweldig. De graphics zijn fantastisch. Het verhaal is goed uitgewerkt en meeslepend. De conversaties zitten boordevol humor waardoor ik regelmatig in een deuk van het lachen lig. Zo werd ik bijvoorbeeld in een ceremonie geprezen voor mijn heldhaftigheid, mijn vechtkunsten en ik werd ‘champion’ genoemd. De man die mij prees was een grote, gespierde man met de littekens die bewijzen dat hij al menig gevecht meemaakte. En daar stond ik dan, als Lalafell. Dit zijn vrij kleine wezens en bij het maken van mijn karakter had ik het dan nog eens zo klein mogelijk ingesteld. Deze man stond mij te prijzen voor mijn vechtkunsten en ik kwam zo ongeveer tot aan zijn knieën. Het gevoel van: dank je voor de mooie woorden maar je kan me plattrappen als een insect, kwam bij me op.

Een gamingdag is voor mij puur genot. Alle stress, spanning, zenuwen, onzekerheden, … verdwijnen als sneeuw voor de zon. Mijn geduld, mijn wilskracht, mijn rust zijn weer aangevuld. Ik voel me opperbest en ben weer klaar om de wereld te ontmoeten.