Op deze herfstavond bevind ik mij plotseling in een zalige situatie. Ik heb tijd om te genieten van een avond waarop niets meer moet. In eerste instantie nam ik een boek vast. Maar gezien ik daarstraks een ander boek uitlas, wil ik nog niet direct in een nieuw boek beginnen. Ik wil nog wat nagenieten van het juist beëindigde boek.


Ik zou naar een serie op TV kunnen kijken, maar daar heb ik nu geen zin in. Alhoewel ik wel de TV heb aanstaan om een beetje vals te spelen. Ik heb hier in huis geen haard en dat is toch wel iets wat ik ten zeerste mis uit mijn kinderjaren. Dus op avonden als dit laat ik een haard op mijn TV verschijnen. Het geeft geen warmte, maar wel gezelligheid.

mijn TV-haard


Dus nestelde ik mij maar in de zetel voor de TV-haard met een tas thee. En toen kwam de drang om te beginnen schrijven. En daar kan ik geen ‘nee’ tegen zeggen. Het is iets wat mij steevast gelukkig maakt. En waarom zou ik mijzelf dat geluk ontnemen?


Het is misschien een ideaal moment om te verhalen over wat zich gisterenavond in ons huis afspeelde. Ik was onderweg naar huis na een avondafspraak ten velde toen ik naar  mijn man telefoneerde. Mijn dochter was gisteren duidelijk aangedaan van school gekomen maar wilde mij niet vertellen wat er gebeurd was. Ik drong niet aan en dacht: het komt er ter zijner tijd wel uit. Nu had ze zonet het verhaal tegen papa gezegd. Eén zin, meer wou ze er niet over kwijt. “ik moest op school iemand kussen en dit deed me pijn!” Al mijn haren gingen rechtop staan en al mijn alarmbellen gingen tegelijk af. Ik besefte heel goed dat het waarschijnlijk zeer onschuldig was, maar je weet maar nooit.


Dus ik nam mij voor om, eenmaal thuis, mijn dochter liefdevol aan te spreken. Natuurlijk wilde dit niet werken. Ze lag al in bed en was met geen stokken wakker te krijgen. Ik zou dus tot vandaag moeten wachten om met haar te kunnen spreken. Dat beloofde, hoe zou ik dat nu moeten loslaten en zelf tot slaap komen vannacht?
Na een uurtje of zo ben ik dan maar op mijn meditatiekussen gaan zitten. En daar kwam ik tot rust. Nu direct zou ik er toch niets aan kunnen veranderen en hoeveel ik mij ook opjaag, het zou niet helpen, integendeel. Verder kwam ik ook tot het besef dat speculeren over wat er gebeurd zou kunnen zijn, geen zin heeft. Met de zeer geringe informatie die ik tot mijn beschikking heb, kan dit alles en niets betekenen. Ik zou dus echt gewoon moeten afwachten tot morgen.


Moest het meest gevreesde scenario van misbruik morgen toch waarheid worden, dan kon ik dit morgenochtend echt wel hanteren. Enerzijds zou ik dan de nodige zorg voor mijn dochter moeten regelen EN ik zou de nodige stappen naar de dader moeten zetten dat deze ook de nodige zorg ontvangt EN ik zou stappen moeten ondernemen voor de veiligheid van de samenleving. Maar dit drieluik ligt min of meer ergens in mijn verstand opgeslagen moest het ooit nodig zijn. Dus ook daar waren geen dingen die direct moesten.
Het enige wat erop zat was wachten tot mijn dochter morgenvroeg wakker is. Nu is wachten niet een van mijn talenten. Maar toch vond ik op mijn meditatiekussen de nodige rust. Het water van misbruik is mij niet nieuw en ik weet hoe ik hierin moet zwemmen. En dit besef bracht voldoende rust om tijdens de nacht toch te kunnen slapen.


En deze ochtend kwam het verlossende nieuws dat het een spelletje op de speelplaats was tussen een aantal kinderen. Natuurlijk! Dat was te verwachten. Daarmee was de mogelijke nachtmerrie geklasseerd.


Wat mij nu vooral bijblijft is dat ik niet in volle paniek geschoten ben. Dat ik erin geslaagd ben redelijk rustig te blijven. Niet teveel doemscenario’s in mijn hoofd heb afgespeeld. Dat ik wonderwel geslapen heb vannacht. En dat ik gisteren zelfs dacht aan zorg voor de dader. Geloof me: dat was vroeger echt wel het laatste in mijn hoofd. Ik had tot enige tijd geleden maar een tweeluik als stappenplan. Zorg voor de slachtoffers en straf voor de dader. Maar ik besef tegenwoordig dat dit een erg zwart-wit beeld is en dat de wereld eerder grijs is.
Daarnaast besef ik ten volle waardoor ik gisteren in staat was relatief rustig te blijven. Mijn meditatiekussen. Het deed mij beseffen dat al mijn doemscenario’s, al mijn paniek, voortkwam uit mijn eigen belevingswereld. Hoe ikzelf gezien heb dat je als slachtoffer vaak in de kou staat en de dader rustig verder mag doen. Hoe eenzaam het is om dit als kind te moeten dragen. Maar ik besefte ook, dat kind van toen staat niet alleen. Ik sta ernaast. En moest het nodig zijn, ik zal ook naast mijn dochter staan. En dat besef verwarmde mijn hart. Voldoende om te kunnen slapen en af te wachten tot vanmorgen.


Ik geef toe dat er een enorme last van mijn schouders viel toen vanmorgen ook effectief bleek dat het onschuldig kinderspel was. Deze mama was klaar om in actie te schieten, maar is enorm dankbaar dat het niet nodig is. Weer een storm in mijn hoofd overleeft. En opnieuw geleerd dat mediteren mij bijstaat in de zwaarste stormen.