Ik leef in een gezin waar met de regelmaat van de klok de grap wordt gemaakt: mijn schuld kan dat niet zijn dus moet het de jouwe zijn. Het gaat altijd over banale dingen zoals een bord laten vallen of iets vergeten op zijn plek leggen. Het is leuk in een gezin te leven waar er humor heerst en af en toe gelachen kan worden.

De laatste weken loopt het hier vlotjes. We hebben ons nieuwe ritme gevonden en ik zit goed in mijn vel. Zo goed dat ik er gisteren in slaagde een mindfulnessoefening af te werken waar ik al 10 maanden mee sukkelde. ’s Avonds deed ik nog een wandeling. Normaal doe ik wandelingen van een uur, maar een vriendin van me vertelde onlangs dat ik evengoed wandelingen van twee uur kan doen, dan zit ik minder binnen in tijden van lockdown en zolang ik de 1,5 meter afstand respecteer en me aan de maatregelen hou zou dit geen probleem zijn. Dus, braafjes als ik ben, ik wandelde twee uur.

Vandaag betaal ik de prijs, ik ben stijf en stram en voel spieren waar ik niet van wist dat ik ze had. ’s Ochtends duurde het een hele tijd voor ik mijn lichaam in beweging had. Maar niet getreurd zei ik mijn gezin: het is niet mijn schuld, het is de schuld van die vriendin die zei dat ik twee uur kon wandelen. Dus als ik vandaag klaag en zeur, ga daar maar aankloppen om je beklag te doen. En daarmee had ik de heersende gezinsgrap gebruikt om de schuld van me af te schuiven. Het is natuurlijk mijn verantwoordelijkheid hoeveel ik wandel en dus ook de prijs van stramme spieren zal ik toch zelf moeten betalen.

Ik ben evengoed stram van de ene mindfulnessoefening die me uiteindelijk lukte. Het is ‘de grenzenoefening’, je lichaam bewegen om je fysieke grenzen af te tasten. Het kan niet anders dan dat ik dat vandaag voel. Maar sorry hoor, niet mijn schuld, die oefening afwerken had ik nog beloofd aan diezelfde vriendin. Dus ook hiervoor: haar schuld, de mijne kan het niet zijn.

En zo blijven we grappend onze eigen verantwoordelijkheid uit de weg gaan en anderen schuld toedragen waar eigenlijk dankbaarheid zou moeten heersen. Want het is wel degelijk die vriendin die mij na mijn gebroken enkel weer in beweging zette. Met oneindig veel geduld voor zowel mijn fysieke als mentale klaagzang over hoe moeilijk ik dit vond. Zelfs nu nog, twee jaar na die gebroken enkel, staat zij met een vriendelijke stok achter de deur om mij in beweging te houden. Een stok waar ik trouwens zelf achter vraag, maar omdat ik liever lui dan moe ben zou ik er anders al lang de brui aan gegeven hebben.

Gelukkig is er dan mijn meditatiekussen dat mij doet inzien dat dankbaarheid uiten misschien toch beter werkt dan schuld afschuiven (al is het humoristisch bedoeld). Maar dankbaar zijn wil ook zeggen eigen verantwoordelijkheid nemen in mijn stramme spieren. En dat is nu net wat een mens niet graag doet: naar je eigen gedrag kijken en verantwoordelijk zijn voor je eigen acties. Gelukkig helpt ook daar mijn meditatiekussen.